“We hebben meer kennis nodig om cumulatie in beeld te brengen”

17 mei, 12:00

Rijkswaterstaat heeft in het waddengebied verschillende rollen en taken. Zij loopt daarbij in de praktijk aan tegen de mogelijkheden en beperkingen in het meten van cumulatieve effecten en de gevolgen daarvan voor het behalen van doelen. In hun lezing gingen projectleider Natura 2000 Marleen Wilschut en ecoloog Lies van Nieuwerburgh in op welke consequenties dat heeft voor het (natuur)beheer.

Na een korte toelichting op de juridische kaders waarin Rijkswaterstaat een rol heeft, namen Wilschut en Van Nieuwerburgh de aanwezigen mee in de afwegingen die de organisatie vanuit haar verschillende rollen en taken maakt, waarbij de eerste erop wees dat die combinatie van taken ook het maken van afwegingen soms noodzakelijk maakt. “Wij kunnen niet oneindig trekken en duwen.”

Cumulatietoets
Natura 2000 kijkt naar de instandhoudingsdoelen en naar welke maatregelen er nodig zijn om die doelen te bereiken. Daarbij gaat het zowel om beheermaatregelen als om mitigerende maatregelen voor menselijke activiteiten. Het Natura 2000 beheerplan is ook het juridisch kader voor vrijspraak van vergunningplicht. Daarin worden de cumulatieve effecten meegenomen. Dit gebeurt echter alleen als een effect van activiteiten op de doelstellingen kan worden verwacht.

Een consequentie daarvan is, dat niet alle cumulatieve effecten van maatregelen worden gemonitord, licht Wilschut toe. “De vraag is dan wat je cumuleert. Nu gaat dat alleen om de resteffecten van vergunde activiteiten, niet om de activiteiten zelf.” Wanneer er relatief weinig activiteiten zijn die effecten kunnen hebben, is nog wel duidelijk hoe die elkaar kunnen versterken, maar vaak gaat het om complexe interacties, aldus Van Nieuwerburgh, die dat illustreert aan de hand van een fictief voorbeeld van een broedplek voor Noordse sterns. Hier hebben onder meer predatoren, stikstofdepositie, voedselaanbod en verstoring door recreatie invloed op het succes van het behalen van doelstellingen en niet al die effecten komen voort uit vergunde activiteiten. Zo zijn ook ecologische interacties en het voldoen aan de ecologische randvoorwaarden van het leefgebied van soorten van belang.

Beperkingen van de NEA
Er is in de Waddenzee al veel vergund gebruik, dus veel resteffecten worden wel gemeten, vertelt Wilschut. Daarbij loopt Rijkswaterstaat echter wel aan tegen een ander probleem in de Nadere Effecten Analyse (NEA). De effecten worden nog niet eenduidig beschreven. Daarnaast zijn de beschrijvingen niet altijd even duidelijk. Zo wordt er weinig gekwantificeerd. De vraag is volgens haar dan ook of passende beoordelingen wel altijd kritisch genoeg zijn en cumulatie daarin wel voldoende is beschreven.

Om die vraag te beantwoorden, volstaat het volgens haar niet om alleen naar Natura 2000 te kijken, maar zou de kernopgave voor het waddengebied als uitgangspunt moeten gelden. Naast soorten zijn ook andere kernwaarden van belang, zoals rust, stilte en donkerte. “Daarover staat al veel in het beheerplan, maar beheer is geen beleid. En de beoordeling vindt plaats op specifieke soorten. Daarnaast gaat beheer bijvoorbeeld niet over aanlegplannen. De hamvraag is volgens Wilschut ‘hoe je ‘a death by thousand cuts’ voorkomt.

Kennis en kaarten
Cumulatie in beeld brengen is complex, weten Wiltschut en Van Nieuwerburgh, maar zij hebben wel een verlanglijstje dat zou helpen om het beter te kunnen doen. Daarop staan data van menselijk gebruik – wat zijn de ecologische effecten van afzonderlijke activiteiten -, een goede registratie en monitoring en openbaar toegankelijke gegevens. Ook een analyse van welke soorten waar in het gebied voorkomen, zou helpen. “Zitten die waar wij ze verwachten, waar zien we afwijkingen en kunnen we die verklaren?” Tot slot hebben zij ook behoefte aan analyses van cumulatieve effecten van activiteiten in ruimte en tijd. Vooral dat laatste is nauwelijks in kaart gebracht.

Al die kennis zien Wilschut en Van Nieuwerburgh graag samengebracht in kaarten, waaronder een ecotopenkaart, die er intussen al is, en een eco-elementenkaart waar de biotische gegevens aan worden toegevoegd. Die kunnen als basis dienen voor een kansenkaart en een knelpuntenkaart voor een integrale aanpak van multiproblemen.


Download de slideshow